Kleuren van het kerkelijk jaar
Kleuren van het kerkelijk jaar
KANSELKLEDEN
Kanselkleden, brengen kleur in de kerk.
Een aantal jaren geleden zijn we in de kerk begonnen met liturgisch bloemschikken en daar leerden we de kleuren kennen van het kerkelijk jaar, zoals die door de vroegchristelijke kerk werd gebruikt, om daarmee aan te geven naar welk christelijk feest men onderweg was. Vroeger konden veel mensen niet lezen en hadden geen kalender. Door het gebruik van de kleuren in de kerk leefden zij mee met het kerkelijk jaar dat een andere indeling heeft dan het gewone kalenderjaar. In de kerk gaan we niet van maand naar maand, maar van feest naar feest. Niet alleen de feesten zelf, maar ook de voorbereidingstijden worden door de kleuren duidelijk gemaakt.
Dit zijn: - adventstijd voor Kerst.
- veertigdagentijd voor Pasen
- vijftigdagentijd voor Pinksteren.
De kleuren in het kerkelijk jaar.
Met advent begint het kerkelijk jaar. Met advent verwachten we een nieuw begin. In de adventstijd (4 weken voor Kerst) is de kleur paars. Dat is de kleur van bezinning, van verwachten, van stil zijn en van inkeer.
Met Kerst komt het stralende wit, dat de blijdschap van de geboorte van Jezus uitdrukt. Deze kleur blijft tot en met de eerste zondag van januari.
Vervolgens wordt het wit verwisseld met het groen. We denken dan aan het leven van Jezus toen Hij rond ging en aan de mensen vertelde van blijdschap, hoop en nieuw leven.
De groene kleur blijft tot in de lijdenstijd of Veertigdagentijd. Zeven weken voor Pasen wordt de kleur paars. Nu is de bezinning gericht op berouw en op het lijden van Jezus.
Dan volgt met Pasen weer de kleur wit, een feestelijke kleur op de dag van de opstanding. Deze kleur blijft tot Pinksteren.
Op het Pinksterfeest komt rood tevoorschijn, als symbool van het vuur van de Geest. Daarna komt nog één keer wit, want de zondag na Pinksteren is de zondag van de Drie-eenheid: God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Daarna begint een lange periode van groen. Het groen duidt op groei en bloei op vruchtbaarheid en overvloed, want na Pinksteren moet de gemeente gaan groeien en bloeien en vrucht dragen “totdat Hij komt”.
De laatste zondag van het kerkelijk jaar is de Voleinding zondag.
Dan zijn we het jaar rond.
Oorsprong en betekenis van de kleuren.
In de reformatie hebben de protestantse kerken het gebruik van de liturgische kleuren eerst afgeschaft, maar nu zie je in veel kerken deze kleuren weer terug door middel van antependia (kleden over kansel en/of avondmaalstafel)
Het was voor ons heel verrassend, toen we dezelfde kleuren tegenkwamen in de bijbel, bij de bouw van de tabernakel en later ook bij de bouw van de tempel. Zowel door zijn opstelling, Voorhof, Heilige en Heilige der Heiligen, als ook door zijn offers waren de tabernakel en ook de tempel, beeld van Christus.
Jezus was Koning, Priester en Profeet en zo offerde Hij zijn eigen bloed om voor ons genoegdoening aan God te doen. Hij streed als Koning, om de gerechtigheid tussen God en mensen te herstellen, waardoor er weer vrede mogelijk is tussen God en mensen. Zo werd Jezus Christus voor ons de ingang tot het eeuwige leven. Als gelovigen zijn wij beelddragers van Christus en met deze gekleurde kleden willen we aangeven, dat wij geloven in de God van het oude Verbond van Israël, die voor ons dat Verbond heeft vervuld, toen zijn Zoon op Golgotha stierf en op de Paasmorgen opstond uit de dood. Zo tonen we dat we ons met diezelfde God verbonden weten.
Ook kom je deze kleuren veel tegen in visioenen en ook daar hebben ze dezelfde betekenis.
|